Staphorst

Ons gezamenlijk uitje van de afdelingen Bovenkarspel, Grootebroek en Lutjebroek.
Om 10 uur vertrokken we met de bus op een zonnige dinsdag. We waren wat aan de vroege kant, dus de chauffeur zorgde voor een toeristische route. Mooi om die oude boerderijen te zien, die de traditionele kleuren hebben. Groen voor de een nieuw leven, wit voor de reinheid en blauw tegen de boze geesten.
Na de lunch begon Grietje met het verhaal over de klederdracht. Er zijn steeds minder vrouwen die in de traditionele dracht lopen. Sommige dragen het alleen ‘s winters en er wordt dan gezegd dat ze wel een heel lange zomer hebben. Ook Grietje vertelde dat ze een afvallige was.
Alle kleding wordt nog zelf gemaakt. De krablap en het mutsje worden gemaakt met stempels, die je dan ook weer zelf kunt maken. De onderrokken en de onderbroeken zonder kruis. De bovenrok met plooien werd in de plooi gehouden door deze onder het matras te leggen, zodat er warmte en druk op kwam. Zo kwamen er bij elk kledingstuk een verhaal en vooral spelden aan te pas. De mannen dragen bijna geen klederdracht meer. Vroeger toen de mannen nog wel in de dracht liepen, werden de broeken zelf gemaakt. De gulp bestaat uit een grote lap, die met grote zilveren knopen vast zit, de pretklep genoemd. Grietje vertelde dit alles met veel humor en had er zelf de grootste lol om.
Aan de kleding is te zien of iemand in diepe rouw is. Het kan zijn dat je er bijna uit bent en dan overlijdt je schoonvader, kan je weer vier jaar in de rouwkleding lopen.
Ook kan je aan de kleding zien of iemand een arbeider is of van goede komaf is. De gouden kap, met 7 bindingen voor de arbeidster. De gegoeden hebben dan meer ringen aan de kap. De bijbel met de zilveren sloten heeft een stoffen hengsel, de gegoeden dragen het weer aan een zilveren ketting. De bijbel draag je aan je rechterhand met drie vingers. En zo kon ze nog wel uren doorgaan met verhalen en anekdotes.
Daarna nog het museum bezocht.
Alles met elkaar een geslaagde dag.