Portret van een gast

De ontmoetingen met onze deelnemers, de hartverwarmende verhalen, het maakt onze bezoekjes en de uitjes, zo de moeite waard.

Mevrouw van ’t Hoenderdaal: Lientje

Geboren in Amsterdam in 1928. Uit haar vroege jeugd staan haar vooral de wandelingen op zondagmiddag bij. Bestemming was café “Het kleine Kalfje” aan de Amstel, voor een kop thee met cake en musjes op tafel voor de kruimeltjes. Aan die mooie tijd kwam een einde toen haar ouders uit elkaar gingen. Als zes jarige moest ze kiezen of ze bij haar moeder of bij haar vader wilde wonen. Omdat haar broer voor haar vader koos, koos zij voor haar moeder, maar haar vader miste ze erg. Deels woonde ze vervolgens ook in pleeggezinnen, bij een slager in Soestdijk en bij een gezin in Vinkeveen. Tussendoor probeerden haar ouders of het toch niet weer lukte om een gezin te vormen.

Na de 8ste klas van de langere school ging ze naar de Mulo. Al snel maakte ze echter de overstap naar de Modevakschool op de Da Costakade. Ze was altijd bezig met mode en handwerk, dit was wat ze graag wilde. Pas veel later had ze toch nog spijt dat ze het advies van haar vader niet opgevolgde om de Modevakschool pas na de Mulo te doen. Soms had ze het idee dat ze wat algemene ontwikkeling miste. Daar kwam tijd voor na haar 65e: Samen met 3 vriendinnen ging ze terug naar school. Inclusief een schoolreisje naar Engeland.

Haar vader had een behang en stoffeerderswinkel in de Kinkerstraat. In de oorlogsjaren vertrok hij op maandag met de fiets volgeladen met behang en stoffeerdersspullen naar de dorpen in de Beemster. Op vrijdagmiddag keerde hij terug met eten, linnen lakens en soms schapenwol. De fiets had eerst nog rubberen banden, later houten banden. Veel hadden ze niet, geen radio, geen tv, geen kaarsen; om 19.00u moest het donker zijn (spertijd). Op tafel een olielamp, later een carbid lamp om sokken te kunnen stoppen. Ze repareerde ook de overalls, van het personeel van haar vader. In het eerst jaar haalde zij bij de apotheek nog verband om in repen te knippen en bollen van te wikkelen. Hiervan breide ze truitjes. Met wat hout en leer van haar vader maakten ze houten kleppers. Al ze dan nog tijd over had maakte ze plakboeken met plaatjes van filmsterren.

Op haar 16e deed ze eindexamen aan de modevakschool en direct startte ze bij haar moeder op zolder een atelier. Ze had 2 trap naaimachines: 1 voor zichzelf, 1 voor een schoolvriendin. Een 2e schoolvriendin zorgde voor het afwerken van de kledingstukken. Het was oorlog, samen hebben ze heel wat jassen gekeerd. Er was toch ook nog wel tijd voor plezier: Samen met schoolvrienden had ze en abonnement om in de Apollohal te schaatsen. Dat was een grote uitgave, maar al op de wandeling er naar toe hadden ze plezier: Gearmd en zingend liepen ze van West naar de Apollohal in Zuid.
Ook gingen ze wel zeilen en zwemmen op de Nieuwe Meer: koffergrammofoon mee, voor wat muziek.
Op haar 18e ging ze op kamers wonen op het Surinameplein en op haar 21e trouwde ze haar 1e echtgenoot Harry Bisschops. Haar vader was door een wat te royale levensstijl failliet gegaan en kon haar geen huwelijks cadeau geven, maar hij kon het jonge paar wel een ½ woning aan de Van Ostadestraat  bezorgen. Gezien de heersende woningnood, was dat een enorme rijkdom.

Om het vak nog beter onder de knie te krijgen ging ze een ½ jaar bij een ‘franse couturier” in de Hondecoeterstraat werken. Hier leerde ze b.v. om wollen stoffen met een stoom-strijk-machine voor te krimpen, ze leerde onzichtbaar stoppen en revers versterken (pikeren).
Haar echtgenoot bracht 3 kinderen mee in het huwelijk en al heel snel kwamen daar 5 kinderen bij. Een meisje voor dag en nacht zorgde voor het gezin. Lientje en haar man werkten in hun eigen dames confectie bedrijf “Mibeni”, ze was niet anders gewend. Het bedrijf groeide; ze vonden in Haarlem een grotere bedrijfsruimte aan de Geertruida Carelsenstraat. Ze leverden langzamerhand aan steeds grotere winkels zoals Witteveen, C&A, Prénatal en De Bijenkorf. Tussendoor namen ze ook andere klussen aan, zoals een opdracht van een hoedenfirma om 3000 stropdasje te maken, toen die plots in de mode waren.
Er zaten 4 ateliers in deze straat, maar de tijden veranderden. Ze raakten klanten kwijt. En één voor één stopten de ateliers. Ook Lientje en haar man konden niet anders dan het bedrijf sluiten. Textielproductie kon goedkoper buiten nederland en ook de mode veranderde: de spijkerbroek deed haar intrede. Ze sukkelden nog een paar jaar door, door het pand te verhuren en Lientje ging in een damesconfectiewinkel in de Kruisstraat werken. Door een gewapende overval op deze zaak, was de lol er wel vanaf. Lientje kon niet meer alleen in de winkel staan. Er kwam dus een leerling verkoopster bij, maar dat bleek toch niet vol te houden voor haar baas. Zo stapte Lientje naar de volgende kans: Haar dochter begon een fournituren- en kledingzaak, daar heeft ze geholpen, tot een brand een einde aan deze winkel maakte.  
Vrijwilligerswerk heeft mevrouw altijd al gedaan, via de parochie, maar ook gewoon aandacht geven aan buren waar het minder gaat. Zoals tijdens de A-griep in 1957: alle buren werden ziek maar zij niet, dus ging ze bij allemaal langs om drinken en soms ook boodschappen te brengen. Tot voor kort zat mevrouw nog in de cliëntenraad van haar wooncomplex. Ze bezocht o.a. nieuwe bewoners en hielp waar nodig bij het invullen van de menulijsten.

Hoe lang de connectie met de Zonnebloem er al is? Erg lang. Ze weet nog goed hoe ontroerd en trots ze was toen het Wilhelmus werd gezongen bij de onthulling van de 1e Zonnebloemboot. Haar man verkocht al loten en hij heeft zich toen ook ingespannen om geld voor het schip in te zamelen. Door hun zaak kende hij veel mensen. Bij allemaal ging hij langs om een bijdrage voor het schip te vragen. Ze konden hem natuurlijk niet afschepen zonder een donatie te doen.

Nu heeft ze zich zelf aangemeld om mee te mogen met een vakantie op het schip. Binnenshuis oogt ze nog behoorlijk fit, maar buiten kan ze niet meer zonder rollator. Ze ziet minder goed en is een paar keer gevallen. Ze is lid van Buuv voor vervoer.  Ze mist de zonnebloem uitstapjes, waar altijd hulp en gezelligheid in de buurt is. Toen Corona net begon, heeft ze haar kasten opgeruimd en oude brieven en foto’s aan kinderen van de afzenders gezonden. Maar op enig moment ben je wel uitgepoetst en is alles opgeruimd, dan snak je naar een uitje.
Mevrouw hoopt echt dat alles weer heel snel normaal wordt: dat haar Zonnebloem vrijwilliger, tijdens de koffie weer eens een leuke uitnodiging voor een high Tea of een bezoekje aan het strand, op tafel legt.  

Zonnebloem logo

De uitslag van de Zonnebloem loterij is bekend.

Kijk snel of je in de prijzen bent gevallen!

Naar de uitslag

Sylvia Hoedemaekers

0624856392
contactformulier

Contact & Aanmelden

Heb jij een lichamelijke beperking en wil je deelnemen aan onze activiteiten of wil je je aanmelden als vrijwilliger bij de afdeling?

Specialiteiten

  • Uit eten/terrasje pakken
  • Kunst en cultuur
  • Buitenactiviteiten
  • Bezoekwerk