Ellert en Brammert

Een bezoek aan het Openluchtmuseum Ellert en Brammert
Het bleef tot de laatste dag spannend: kon ons uitstapje naar het Openluchtmuseum donderdag doorgaan of kregen we zóveel regen dat we het zouden moeten afblazen?
Want, laten we wel wezen: een openluchtmuseum bekijken met een rollator of in een rolstoel die plassen moet ontwijken of door modderige paden moet ploegen is geen leuk vooruitzicht!
Onderweg, met de bus van Brinkzicht kregen we al een paar buitjes te verduren, maar onze chauffeur Harrie vertelde zoveel verhalen over waar we voorbij reden en wat we zoal we zagen, dat dat nauwelijks opviel. Hij noemde het dan ook “de toeristische route” en dat was een leuke toevoeging aan de tocht.
Maar gelukkig was het droog in Schoonoord toen we, na de koffie met Drentse kruidkoek in de oude boerenherberg van Ellert en Brammert, met z’n allen naar buiten gingen.
In de bus hadden we het verhaal gehoord van de twee reuzen die het Ellertsveld onveilig maakten, maar dat was de legende en rovers (oftewel reuzen) zullen er in die tijd ongetwijfeld geweest zijn.
De echte geschiedenis vanaf pakweg eind 1800 konden we zélf bekijken door een stap in de tijd terug te doen en te zien hoe de mensen vroeger leefden vanaf de meest primitieve woning: de plaggenhut, via een eenvoudige woning: een aarden vloer met bedsteden en aanpalend het hok voor de geiten, tot woningen met geleidelijk steeds wat meer comfort, zoals bijvoorbeeld pannen op het dak i.p.v. stro, tegels op de vloer, een poepdoos buiten en nog later zelfs het gemak binnen.
Ook bekeken we het schooltje met de leien op de schoolbanken en later de inktpotjes, de klompen netjes naast elkaar op een lage plank in de klas, het “Aap-Noot-Mies” naast het schoolbord en de juf met een stok in de hand.
Al met al kregen we een aardige indruk van het wonen en leven in Zuidoost-Drenthe in een tijd die meer dan 100 jaar achter ons ligt.
Adjo van de Griek