Judith

Samen onbeperkt vooruit

In restaurants krijg ik geen menukaart...

 

Niet veel werkgevers staan te springen om mensen met een beperking aan te nemen.

Spierziekte

Mijn moeder merkte dat ik als peuter anders liep dan andere kinderen en vaak omviel. Na diverse onderzoeken werd op mijn 6e duidelijk dat ik de spierziekte Limb Girdle heb. Dit betekent dat de kracht van mijn spieren geleidelijk afneemt. Als kind kon ik nog lopen, fietsen en zwemmen. Maar als puber belandde ik in een rolstoel. Ook mijn ademhalingsspieren werden zwakker waardoor ik steeds meer moeite had met ademen. Sinds 15 jaar gebruik ik een beademingsapparaat.

Buitenbeentje

Als kind was ik erg eenzaam. Op school had ik het moeilijk. Ik was verlegen en vond het lastig om hulp te vragen. Kinderen en pubers kunnen keihard zijn. Ik werd als buitenbeentje en ‘anders’ gezien. Na mijn schoolperiode heb ik de keuze gemaakt om direct te werken. Ik hoopte in een volwassenere omgeving op meer begrip te rekenen.

Gelukkig heb ik al vele jaren een fijne baan bij een Drentse overheidsinstantie. Hier is veel begrip en flexibiliteit. Met een paar kleine aanpassingen zoals een eigen bureau en een speciaal toetsenbord, kan ik mijn werkzaamheden prima uitvoeren.

Weinig besef

Uitstapjes zijn lastig voor mij. Wanneer ik met mijn zusje of vriendinnen ga winkelen, zijn veel winkels te smal of niet te betreden met mijn rolstoel. Vooral in oudere steden sta ik meer buiten dan dat ik naar binnen kan. Leuk is anders.

Er is weinig besef over toegankelijkheid. Het vergt veel voorwerk om te onderzoeken of ik een horecazaak in kan. Wanneer er bij aankomst toch een grote drempel voor de deur ligt, krijg ik te horen “Oh dan tillen we je wel even naar binnen”. Ik snap dat dit goed bedoeld is, maar het is niet prettig om opgetild te moeten worden om een restaurant in te gaan. Ook ík wil gewoon zelfstandig kunnen zijn. Voor nog geen honderd euro ligt er een oprijplaat voor je deur en bevorder je niet alleen de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers, maar ook voor mensen met kinderwagens en rollators.

Brutale vragen

Sinds ik in een rolstoel zit, word ik anders behandeld. In restaurants krijg ik geen menukaart en wordt er niet rechtstreeks aan mij gevraagd wat ik wil bestellen. In winkels word ik met een kinderachtige en te luide stem aangesproken of gaan mensen op hun knieën zitten om tegen me te praten. Ook hebben mensen het idee dat ze mij zomaar alles kunnen vragen. “Wat heb je?” “Hoe lang heb je nog te leven?” of “Sterkte gewenst” krijg ik regelmatig te horen van wildvreemden. Hoewel ik op zo’n moment geïrriteerd raak, vind ik het lastig om er wat van te zeggen. Ik wil mensen niet voor het blok zetten, omdat ik weet dat ze me niet bewust kwetsen.

Allemaal mens

Op mijn eigen manier probeer ik bewustwording bij te brengen over lichamelijke beperkingen. Ik heb een stichting opgericht waarmee ik workshops geef aan studenten van horeca-gerelateerde opleidingen over bejegening. Ook test ik horecagelegenheden op toegankelijkheid en werk ik dit uit in een landelijk register zodat eenvoudig feitelijke gegevens terug te vinden zijn zoals de hoogte van drempels en de aanwezigheid van een invalidentoilet. Ik streef naar een inclusieve samenleving waarin iedereen geaccepteerd wordt. Mensen met een beperking zien er misschien wat anders uit, maar uiteindelijk zijn we allemaal mens.