Tips voor rolstoelers die twijfelen om te gaan carnavallen

Twijfel je om te gaan carnavallen, omdat je in een rolstoel zit? Lees dan deze tips van Shirley. Zij stort zich gewoon in het feestgedruis, met rolstoel en al!

Shirley de Natris is er klip en klaar over. Voor haar is er geen enkele reden om níet te gaan carnavallen als je in een rolstoel zit. Zelf raakte de inwoonster van Dommelen (bij Valkenswaard) in 2009 gehandicapt. Maar dat weerhoudt haar er niet van om gewoon mee te feesten, in haar rolstoel. Voor degene die nog aarzelen, heeft Shirley tips om de twijfel weg te nemen.

Praat erover met je vrienden

Tuurlijk twijfelde Shirley ook toen haar eerste carnaval in een rolstoel steeds dichterbij kwam. “Zou ik nog hetzelfde contact hebben met anderen? Ik zit toch lager. Zit ik anderen in de weg? Kunnen ze er wel langs? Met die vragen worstelde ik. Ik heb met de mensen, met wie ik op pad ging, besproken hoe ze me kunnen helpen in bepaalde situaties. Ook voor hen was het namelijk nieuw.”

Check de toiletten

Misschien een open deur, maar wel heel belangrijk: check waar je ook mét rolstoel makkelijk naar het toilet kunt. Shirley: “Voor Valkenswaard deed ik een keer een invalidentoilettest. Ik weet nu dat er daar niet veel plekken zijn met echte invalidentoiletten.”

Gebruik je stoel als geintje

Hoewel anderen je moeten accepteren zoals je bent, kun je ze daarbij ook een handje helpen. Shirley: “Gebruik humor. Ik heb een periscoop bij me. Als iemand voor mij gaat staan, houd ik die omhoog. Daar wordt dan om gelachen en is het ijs meteen gebroken. Zo heb ik nog meer toeters en bellen aan mijn stoel tijdens carnaval. En een bordje met de tekst: ‘Ik kan echt nie lopen, nie.’”

Laat je niet kennen

En de belangrijkste tip van Shirley: “Het feit dat jij een handicap hebt, maakt je geen ander mens. Jij mag er met je rolstoel net zo goed zijn als een ander. Ervaar het, alleen dan weet je hoe het is. Accepteer eerst voor jezelf dat je gewoon gaat carnavallen, dan zul je zien dat de meeste carnavalsvierders rekening met je houden. Iedereen heeft recht op een feestje. Dus jij ook!”