Conny brengt al 25 jaar de buitenwereld bij Edith binnen
Op 25-jarige leeftijd staat het leven van Edith de Wit uit Nistelrode plotseling op zijn kop. Een vervelende klap in de botsauto’s zorgt voor een zenuwoverprikkeling, waardoor ze voortaan een groot deel van de dag in bed moet doorbrengen. Ze meldt zich aan bij de Zonnebloem en wordt gekoppeld aan vrijwilligster Conny van Grinsven. Een kwart eeuw later is zij nog steeds steun, toeverlaat én vriendin.
25 jaar bij elkaar, dat moet gevierd worden. Tijdens de lunch in een restaurant in de buurt haalt Edith een cadeau tevoorschijn voor Conny. Het is een zelfgemaakte aquarel met daarbij een eigen gedicht. Edith schrijft dat, sinds Conny bij haar komt, de zon weer voor haar schijnt. Het is een cadeau dat Conny ontroert. Dat is geen verrassing voor Edith, de vrouwen kennen elkaar door en door. “Ik moest gewoon eens uitspreken wat zij voor mij betekent. Ik zeg wel vaak ‘bedankt’, alleen niet vaak genoeg.”
Van betekenis zijn
Wat Conny voor haar betekent, is amper in woorden uit te drukken. “Ze brengt al 25 jaar de buitenwereld naar me toe”, zegt Edith als ze toch een poging doet. Met name de eerste 15 jaar, als ze nog geen elektrisch rolstoelbed heeft, kijkt ze elke keer reikhalzend uit naar de bezoekjes van haar dorpsgenote. “Als Conny kwam, hoorde ik er weer bij. Ze kwam met andere verhalen dan familie en vrienden, ik genoot daarvan. Het voelde alsof ik nog iets betekende.”
Nieuw talent
Het zijn niet alleen de gesprekjes. Conny zorgt er ook voor dat Edith actief blijft. Ze neemt haar mee naar activiteiten van de Zonnebloem. Later richt ze een schilderclubje op. In een grote schuur bij Conny’s huis gaan ze twee tot drie keer per maand met een klein groepje aan de slag. Edith leert een nieuw talent van zichzelf ontdekken. “Ik zag dat ik toch nog dingen kon, dat gaf me echt meer zelfvertrouwen. Het zorgde ervoor dat ik op bed ook andere dingen ging ondernemen. 3D-kaarten maken, keien schilderen. Had ik na het ongeluk het gevoel dat alles van me was afgepakt, door Conny zag ik dat het niet zo was. Ik doe nu zelfs vrijwilligerswerk voor ouderen met dementie.”
Zegeningen
Maar het is bepaald geen eenrichtingsverkeer. Conny is net zo blij met Edith als andersom. Van alles wat ze in Edith waardeert, vindt Conny haar vrolijkheid misschien nog wel het meest bijzonder. “Na alle dingen die ze heeft meegemaakt, vind ik het knap zoals ze in het leven staat. In plaats van de nadruk te leggen op wat ze niet kan, telt Edith haar zegeningen.”
Lief en leed
Conny meldt zich 25 jaar geleden als vrijwilliger aan bij de Zonnebloem nadat haar vader overlijdt. Zoals ze hem heeft geholpen tijdens zijn ziekte, wil ze zich ook voor anderen inzetten. “Met Edith klikte het vanaf het begin. Als ik bij haar ben, vliegt de tijd. We delen lief en leed met elkaar.”
Tweerichtingsverkeer
Sinds Edith een elektrisch rolstoelbed heeft, maken ze wel eens uitstapjes. In de buurt, om gezellig wat te eten. Maar ook naar de Keukenhof, de Floriade of de Beekse Bergen. Ze leveren allemaal mooie herinneringen op. Voor beiden. Conny: “Voor mij is Edith veel meer geworden dan alleen een deelnemer van de Zonnebloem. Dat voelt zij ook zo, denk ik.” Edith: “Ik geloof niet dat ik voor Conny zo maar iemand ben bij wie ze even op de koffie gaat. Daarvoor is onze band te speciaal.”
Onvoorwaardelijk
De aquarel is daarvoor het ultieme bewijs. ‘Sinds je bij me komt, schijnt weer de zon’, schrijft Edith. Conny herinnert zich de dag dat ze aan Edith voor de zekerheid vraagt of het nog wel voldoende klikt. Een deelnemer moet van vrijwilliger kunnen wisselen, vindt ze. Je moet tenslotte niet uit beleefdheid bij elkaar blijven. Maar Edith kijkt haar aan met een blik dat ze niet van die rare dingen moet zeggen. ‘Ge blijft maar mooi bij mij’, antwoordt ze met haar kenmerkende Brabantse tongval. “Ik wil er nog minimaal 25 jaar bij.” Als ze gaan rekenen -Conny is dan 85 - beginnen ze te lachen. Maar toch zou het zo maar kunnen gebeuren, weten ze allebei.