Geen idee of jullie dit verschijnsel ook kennen, maar ik ga regelmatig de supermarkt in voor dat ene ding dat ik nodig heb, om vervolgens met een mand vol producten bij de kassa te eindigen. Mijn bijkomende handicap is dat ik altijd een tas vergeet mee te nemen, én dat ik mijn schoot veel groter inschat dan hij daadwerkelijk is.
Zo gebeurde het dat ik, met een stapel boodschappen op mijn schoot balancerend, bij de zelfscankassa van de lokale kruidenier aan kwam. Ik houd van de zelfscankassa omdat ik daar de regie heb en boodschappen in mijn eigen tempo kan verwerken, en verkies die altijd boven de kassa waar een kassière zit.
Omdat ik uiteraard weer eens zonder tas van huis was vertrokken en ik geen bewegingen meer kon maken zonder dat de boodschappen van mijn schoot zouden kletteren, vroeg ik het aanwezige personeelslid of ze een tasje voor me wilde pakken.
‘Uiteraard’ zei ze. ‘Zal ik ook meteen uw boodschappen voor u scannen?’ vroeg ze. Enorm behulpzaam en klantvriendelijk bedoeld natuurlijk, maar ik kreeg daar toch een enorme error van.
Het kan er natuurlijk mee te maken hebben dat het mijn eigen pijnpunt is. Ik ben al behoorlijk wat jaren arbeidsongeschikt, en in een samenleving waarin ‘wat doe jij voor werk?’ vaak de eerste vraag is die je gesteld wordt als je een nieuw persoon leert kennen, is het lastig eigenwaarde te leren halen uit andere zaken. Ik word graag als nuttig gezien, maar bovenal vind ik het prettig als men mij als competent ziet. Als een persoon die zelf kan aangeven wat er nodig is, en om hulp kan vragen waar nodig.
Als je een zichtbare beperking hebt zien mensen je als snel als hulpbehoevend en vaak schieten ze daarbij in een beschermende en proactieve rol. ‘Jij arm ding met je handicap, ik zal je wel redden’ lijkt de gedachte. Wat mensen niet weten is dat wat er voor hen als gestuntel uitziet, mijn normaal is. Ik heb soms wat langer nodig om mijn portemonnee uit mijn tas te pakken, of om mijn boodschappen in mijn tas te stoppen. En daar ben ik zelf volkomen oké mee. Ik ken de beperkingen van mijn lijf, ik weet wat voor mij het beste werkt en ook wat fijn is. En lukt het mij om een of andere reden niet, dan ben ik in staat om hulp te vragen.
Toch krijg ik zodra ik buitenkom aan alle kanten hulp aangeboden. Mensen willen voor mij op liftknopjes drukken, mij helpen oversteken, ze trekken mijn portemonnee soms uit mijn handen om me te helpen met betalen, duwen me naar voren in de rij zodat het meisje achter de toonbank me kan zien (terwijl ik gewoon op mijn beurt stond te wachten), beginnen mijn rolstoel uit mijn auto te trekken als ik ergens aan kom, grijpen me bij mijn rugleuning om me drempels over te helpen (wat gevaarlijk voor mij is) en bieden me hun hulp aan als ik gewoon van A naar B cross.
Allemaal ontzettend goed bedoeld uiteraard. Maar ondertussen is het voor mij steeds moeilijker mezelf als competent te zien wanneer de buitenwereld mij duidelijk inschat als hulpbehoevend. Ik begrijp dat het lastig inschatten is welke hulp nu wel of niet welkom is, en laat ik benadrukken dat ik niet voor iedereen met een handicap kan spreken. Zoveel mensen zoveel wensen. Mijn stelregel is kort samen te vatten; laat de regie bij de persoon zelf. Mensen weten over het algemeen prima of ze hulp nodig hebben, en welke hulp dan.
Personen met een visuele beperking vinden het vaak prettig wanneer iemand diens aanwezigheid aangeeft. Ik vind het zelf prettig als je me behandelt zoals je elke andere persoon behandelt. Ga er niet bij voorbaat van uit dat iemand jouw redding nodig heeft. Tenzij er een levensbedreigende situatie dreigt. In dat geval is alle hulp uiteraard van harte welkom.