Als je benen het niet goed doen: een dood punt

"Moeten we het eens hebben over het plan wat je nu voor je benen hebt?” vraagt mijn vriend liefdevol. Ik lig op mijn buik op bed en het lentezonnetje schijnt de slaapkamer in. “Tja” zeg ik. Hij wacht af. “Ik heb geloof ik even geen plan. Kan dat ook?” We kijken elkaar aan. Rosie komt binnen gestuiterd. “Paaapaaaa? Mama beetje au?” “Ja mama beetje au.” En samen lopen ze naar de woonkamer. Ik pak mijn tekendagboek erbij en probeer mijn gedachten even stop te zetten door te tekenen.

Het leek zo goed te gaan na de operaties. Ook mijn rechterbeen is nu helemaal hersteld. Vol goede moed ging ik steeds meer belasten en ook weer fietsen. Te snel? Te fanatiek? Wat betekende dat ik weer enorm veel pijn in mijn onderbenen en voeten kreeg. En daar ben ik nu nog steeds. Ik kom er niet uit. De pijn zakt niet weg. En bij elke stap die ik zet voelt het alsof ik door mijn enkels heen zak. Is dit het dan? Of komt de verbetering nog als ik heel rustig train? 

Het voelt als een dood punt. En dat laat ik er maar even zijn. Wat niet helpt is dat de medische adviezen elkaar wat tegenspreken. De één zegt door de pijn heen gaan lopen. De ander zegt juist zeker niet forceren. Zoveel verschillende behandelingen en (fysio)therapeuten die ik heb gehad in de afgelopen jaren. 

 
 
 
 
 
 
 
 

Ik ben het spoor even bijster. Niets lijkt te werken. Wat ik wel weet is dat als ik teveel pijn heb, ik op alle vlakken in mijn leven ga wiebelen. Mijn stemming wordt slechter. Mijn geduld raakt sneller op. Ik kan minder goed voor Rosie zorgen. En raak zeer vermoeid door de pijn en het proberen op te lossen van mijn fysieke aandoening dat ik haast geen ruimte meer heb voor iets anders. En mij daar dan weer somber over ga voelen. Want zo bepalen ‘mijn benen’ een heel groot deel van mijn leven wat ik juist niet wil. 

Het voelt alsof ik (opnieuw) op de proef wordt gesteld. Hoe laat je dingen los waar je niets over te zeggen hebt? Hoe accepteer je wat er is? Leg je je erbij neer of blijf je strijden. Elke dag kijk ik er anders tegenaan. Dat maakt dat ik even geen plan heb. Ik doe mijn ogen dicht. En stiekem voel ik dat de wind heel langzaamaan gaat liggen. Nu ik even blijf zitten op mijn dooie punt.